Ik ben vanmorgen om kwart voor zeven opgestaan en ik had alles al klaar gezet om zo weg te kunnen gaan en niemand te veel te storen. Om 7 uur gaat de receptie open en ik check uit. Ik had de avond ervoor al geïnformeerd waar de bus naar het westelijke bus station in Hangzhou vertrekt. Vanaf daar gaan de langeafstandsbussen naar Tunxi, Huangshan. Ik neem de, al overvolle, bus van 7.07 en ik ga ergens in gangpad staan, lekker handig met zo’n grote backpack, ik sta iedereen in de weg. Bij het instappen vroeg ik de buschauffeuse of we naar het west busstation gaan, maar ze spreekt geen Engels, dus ik stap gewoon in en zie wel, de receptioniste heeft het me vast goed verteld. Soms voel ik me hier wel zoals een Chinees die geen Engels spreekt zich zou voelen in Europa.
De receptioniste zei dat de bus naar het busstation er een uurtje over zou doen, en een paar minuten voor 8 komen we aan. Ik koop een kaartje voor ¥87 voor de bus naar Tunxi en ga door de controle naar de vertrekhal. Ik ga bij de vertrekgate zitten en juist op dat moment tilt een vrouw een klein kindje op, doet z’n broek naar beneden en laat hem midden in de vertrekhal op de vloer plassen.. weer zoiets wat alleen kan in China. Ik til eerst maar eens m’n tas op om te kijken waar ik m’n tas eigenlijk neer heb gezet. Vijf minuten later dweilt een schoonmaakster het op en zie je er niks meer van.
Om 8.35 gooi ik m’n tas in het bagageruim van de bus en stap in. De bus is zeer ruim, ik heb nog minstens 40 centimeter beenruimte over als ik normaal zit, ik zet de stoel wat achterover en heb een goede plek. We hebben een heel relaxte buschauffeur, hij rijdt uitstekend en lekker rustig. Al snel zitten we op de snelweg en rijden we Hangzhou uit. Het landschap is bergachtig met veel bamboebossen en supermooi. Er wordt overal wel gebouwd, soms ook meer als een dorpje en zie ik mensen op het land werken. Ook op de lagere gedeeltes van de bergen is veel landbouw te zien, er zijn terrassen gemaakt in de bergen. We hebben een korte stop na zo’n anderhalf uur, ik denk vooral omdat de chauffeur even een sigaretje wil roken. We rijden door steeds hogere bergen en, zoals altijd in bussen en treinen, lijkt de tijd sneller te gaan. Uiteraard is de tv in de bus aan, luistert er iemand muziek zonder oordopjes en belt er iemand, in China is het nooit rustig.
De omgeving wordt weer wat meer heuvelig. En voordat ik het weet rijden we een stad in, Huangshan staat overal. Het lijkt me nog wat vroeg maar de bus rijdt de stad in en parkeert op een stoffig groot parkeerterrein achter een groot gebouw. We zijn er! Na slechts drie uurtjes. Het is heel warm, vooral omdat het zo vochtig is. Ik informeer bij de balie waar zelfs iemand zit die Engels spreekt en ik neem bus nummer 8. Ik kan me niet voorstellen dat ik met 5 minuutjes met de bus van een vieze grote stad naar een idyllisch dorpje kan gaan. Het blijkt ook niet echt een dorpje te zijn, maar meer een wijk in Huangshan. Ik loop de wijk in en inderdaad lijkt het alsof ik in een andere wereld stap. Kleine winkeltjes met leuke spulletjes (ook veel prullaria, maar ook leuke winkeltjes). Ik kijk m’n ogen uit. Wat ook opvalt zijn de scooters met gekleurde paraplu’s erop. Het regent hier volgens de locals 200 dagen per jaar dus dan is het inderdaad wel fijn om een paraplu te hebben, maar op je scooter?! Ik bedacht dat ik wel eentje kan meenemen voor op m’n fiets thuis 😉
Het hostel is lastig te vinden met de ingang achter ín een andere winkel, maar ik vind het! De meiden bij de balie zijn heel aardig, het hostel ziet er leuk uit en de kamers zijn ruim en schoon, heerlijk. Ik leg m’n spullen weg en loop terug naar de balie om te informeren naar de mogelijkheden om naar de Gele Bergen (Huangshan) te gaan. Ik besluit de volgende dag te gaan en boek via Ctrip (een Chinese boekingswebsite) een bed in een slaapzaal in een hotel op de berg. Ik doe nog wat boodschappen om wat eten in te slaan en loop nog wat door de straatjes van Tunxi. Nadat ik wat heb gegeten en gedoucht, duik ik m’n bed in want de trip naar Huangshang is morgen al om 6uur!