Vandaag ga ik richting Trishuli! Ik denk nog even aan Mara, Fabio en Elliot en waar ze zijn, en dan aan mijn eigen avontuur: het bouwen van de school. Vandaag gaat het beginnen.
De bus van Kathmandu naar Nuwakot
Ik had via de Facebookgroep van All Hands Nepal contact gehad met Shannon want zij gaat ook vandaag. Ik ontmoet haar en Elle, nog een meid die meegaat, ’s ochtends beneden in het hostel. Na nog even snel te hebben gepind, nemen we een taxi naar het busstation. Het busstation is eigenlijk niet echt een busstation te noemen, het is meer een plek langs de weg waar alle bussen stoppen en, zoals ik langzamerhand wel gewend ben, is het een chaos, zelfs om 7.00uur ’s ochtends. Overal schreeuwende mensen en iedereen zegt: ‘volg mij om je kaartje te kopen!’. Jongens, laat ons nou gewoon even rustig kijken, zo vroeg in de ochtend.. Uiteindelijk vinden we het loket (lees: een houten bureautje in een open garage) en we kopen voor 220 rupees, ongeveer 2 euro, een kaartje voor de bus van 7.30uur richting Nuwakot. Er zit nog een jongen, Josh, in de bus en hij vertelt ons dat hij ook voor All Hands gaat werken, dus zijn we ineens al met z’n viertjes. Het is druk in Kathmandu en het duurt lang om de stad uit te komen. Zodra we eenmaal de stad uit zijn, schiet het wel aardig op, voor zover dat kan op de kronkelige, slechte wegen door de heuvels. Uiteindelijk duurt de busrit 4,5 uur, de hele weg hobbeldebobbel en ik voel me zo ziek als we aankomen.. Ik had onderweg al een aantal paracetamol genomen, want ik heb ook zo’n hoofdpijn, dat helpt niet echt mee.
Gelukkig is het kantoor van All Hands in Trishuli dichtbij waar de bus ons afzet en we kunnen onze tassen daar eventjes droppen. Een truck komt ons over een uurtje oppikken en we maken van de gelegenheid gebruik om in Trishuli nog een matras te kopen voor ons bed op de base. We hebben ook nog een kleine introductie op het kantoor waar we nog een aantal andere mensen ontmoeten. Vier Fransen, één stel van mid 40, en twee jonge mensen, Valentino en Charlie, en twee Belgische meiden, maar zij gaan niet mee naar de base in Tupche, zij gaan nog wat laatste werk doen aan een school in Trishuli zelf, want ze blijven maar twee dagen.
De rit door het platteland van Nepal
Na de introductie op het All Hands kantoor, komt onze ’taxi’ naar boven: een grote truck met een laadbak waar we allemaal ruim in passen. Het eerste gedeelte van de rit is prima te doen, we zitten goed en de wegen zijn redelijk oké, op her en der een hobbel na. We stoppen nog even bij een winkeltje onderweg omdat de truck nog wat andere spullen voor op de base moet ophalen, zoals water en eten.
Als de rit verder gaat, liften er nog een paar mensen mee die in de gemeenschap wonen waar wij naar toe gaan, en waarschuwt Evelyn ons dat het vanaf hier best ruig wordt en dat sommige mensen het stuk liever lopen dan met de truck gaan. En daar was geen woord van gelogen. De weg omhoog is zo ontzettend slecht en daardoor ook ontzettend lang. We komen rond kwart over vijf aan en ik voel me bijna nog slechter dan toen we aankwamen in Trishuli. Ik wil me niet laten kennen en ik doe aan alles mee; introduceren aan de groep in de meeting, rondleiding door het kamp, even m’n bed opmaken, maar Evelyn ziet wel dat ik nogal een wit hoofdje heb en vraagt me of het wel gaat. Ik zeg: ‘ja hoor, gaat wel, ik voel me over een uurtje, en na wat eten, vast wel beter.’ Ze biedt zelfs nog aan om eten voor me mee te nemen, want het eten is bovenop de berg, maar ook dat sla ik af. Ik denk: ‘Bovenop de berg? Zo hoog kan het toch niet zijn?’ dus ik besluit zelfs ook nog om omhoog te lopen met de groep, maar bovenop de berg blijkt inderdaad bóvenop de berg te zijn, het is een hike van zeker twintig minuten. Ik zal wel direct toegeven dat mijn tempo omhoog ook niet echt zo goed is 🙂 Er zijn een aantal jongens die er een wedstrijdje van maken om elke dag de berg op te rennen en ik hoor later dat hun record op vijfenhalve minuut ligt. Mafkezen..
We krijgen noodles en het is heerlijk, ik knap er direct van op. Ik maak met een aantal mensen een praatje en ik merk direct dat het een leuke groep is. De groep is wel enorm, dat had ik bij de meeting al gezien en het overweldigd me wel een beetje. Eenmaal terug in het kamp duik ik vroeg m’n bed in, deze hele reis is een aaneenschakeling van nieuwe indrukken en ik ben echt kapot. Bovendien is morgen de eerste dag op de bouwsite! Ik heb er zin, maar we moeten vroeg uit de veren want de dag begint om half zeven. Lekker slapen!