Op naar Mongolië! De wekker ging om 4uur, want m’n taxi zou om 4.20 bij het hostel zijn. M’n tas was al ingepakt, even wat kleding aan en gaan! Toen de taxi er om 4.27 nog niet was, heb ik maar even weer aangebeld bij het hostel om te vragen of ze nog even wilde bellen. Ik voelde me wel een beetje schuldig dat ik de meid van het hostel moest wakker bellen, maar zo aardig vond ik haar nou ook weer niet en ik moest toch m’n trein halen. Nadat ze had gebeld was de taxi er ook bijna direct en om 4.37 was ik op het station. Tijdens het ritje naar de trein kwamen we nog langs een parkje dat er in het donker toch wel mooi uitzag en ik dacht, misschien had ik toch meer van Irkutsk moeten bekijken, maar toen we een paar seconden erna weer tussen de vervallen huizen reden, had ik toch geen spijt.
De taxi was niet echt een taxi, het was gewoon een mannetje die ’s nachts een beetje extra geld aan het bijverdienen was, want hij had geen metertje of niks. Dus dat was dan 150 roebel, prima. Op het station aangekomen, kwam de trein er ook nét aan, dus perfecte timing. Ik kwam het Duits/Finse stel ook weer tegen en we maakten even een kort praatje voordat we op de trein gingen. Ik zit in wagon 3, de eerste wagon! Dat worden mooie foto’s 😉 de Mongoolse provodnista is super aardig en dat geeft me direct een goed gevoel. Ik loop naar m’n coupé en ik heb dit keer het bed beneden. De reisorganisatie heeft het voor me geboekt, dus hierin had ik geen keuze. Maar ik denk dat het wel leuk is om ook een keer beneden te zitten en te slapen. Nu kan ik wel makkelijker naar buiten kijken en foto’s maken.
Er stappen in Irkutsk maar weinig mensen in en ik heb de coupé voor mezelf, nu hopen dat bij de volgende stations fatsoenlijke medereizigers instappen. In mijn wagon zitten wel andere toeristen, vier wat oudere mensen van rond de 60/65 uit Wales en nog een man van dezelfde leeftijd uit Nieuw Zeeland. De provodnitsa komt even langs om m’n naam, paspoortnummer en nationaliteit te noteren alvast voor als we straks bij Naushki de grens over gaan. Als ze weg is doe ik een ontbijtje: een kopje thee en een broodje met nutella. Ik maak m’n bed op en ga nog even slapen totdat het licht wordt. Bij de eerste stop Slyudyanka om 7.42 wordt ik wakker en ik weet dat we vanaf hier langs het meer rijden, dus ik wrijf de slaap uit m’n ogen en pak m’n camera. De zon is nog niet op maar het wordt al licht. Er hangt weer een bijzonder wolkendek boven het meer. We rijden niet snel en op een gegeven moment komen we langs een stationnetje waar op een bord staat: 5340, de afstand tot Moskou. Nog 966 kilometer met de trein te gaan tot Ulaanbaatar en nog 10 kilometer tot mijn 6000 kilometer grens met de trein!
De Lonely Planet heeft wel gelijk, dit is het mooiste stuk van de treinreis tot nu toe. Ik kom ogen te kort en blijf maar foto’s maken. Aan de ene kant is het Baikalmeer en aan de andere kant zijn bergen met sneeuw op de toppen, ik zit alleen maar naar buiten te kijken en heb al weer tig foto’s gemaakt. Het spoor ligt dicht aan het water en dat is een rare gewaarwording omdat het zo op de zee lijkt, ik dacht: wat nou als het hoog water wordt, dan staat het spoor onder water. Maar dat kan natuurlijk niet, want het water is altijd even hoog. De kleuren zijn in de drie weken dat ik op reis ben van groen en geelgroen naar oranje en soms al een beetje rood, gegaan. En Sergei vertelde ons bij kaap Khoboy, dat als je een maand verder bent, dat de kleuren dan bijna allemaal roodachtig zijn. Ik zou deze zelfde reis nog wel eens in ander seizoen willen doen, bijvoorbeeld in de winter, ik denk dat dat ook echt schitterend is. Ik volg de treinreis met de Lonely Planet in de hand zodat ik ook nog iets te weten kom over de omgeving. Het is fris buiten en ik kom erachter dat de gordijntjes in de coupés niet alleen ter decoratie zijn, maar ook ter isolatie, het tocht namelijk behoorlijk door alle kiertjes rondom het raam.
Dan komt Ulan Ude in zicht, een zelfde soort stadje als Irkutsk, met houten huisjes en veel industrie langs het spoor. Wat een treurige bende. Ik vrees nu ook wel een beetje voor Ulaanbaatar, ik denk dat het ongeveer zo zal zijn en ik stel m’n verwachtingen alvast maar wat bij. In Ulan Ude had ik een stroom toeristen verwacht, maar er stappen alleen in de wagon achter ons nog wat toeristen in en in de wagons daarachter wat Mongoolse mensen, maar dat was het dan. Ik heb de coupé nog steeds voor mezelf. Wat heerlijk, ik hoef geen prietpraat te doen en ik kan lekker rustig naar buiten kijken. De trein rijdt bovendien tergend langzaam, maar daardoor kan ik wel genieten van het landschap, heuvels met prachtige bossen, meren en kleine dorpjes. Het is prachtig buiten, maar overal in de natuur, vooral dichtbij de dorpjes, ligt weer ontzettend veel afval.. Ik krijg echt de neiging om een groot afvalverwerkingsbedrijf te beginnen hier en overal ondergrondse containers te maken. Afvalverwerking kennen ze hier blijkbaar nog niet en met een toenemende hoeveelheid plastics, is dit natuurlijk funest voor de natuur. Wat zonde voor dit prachtige land.
De provodnitsa komt een arrival card en een customs declaration formulier brengen dat ik invul (met wat hulp van de Engelsen) en m’n Lonely Planet krijgt nog wat meer plakband eromheen. Als we in het Russische grensplaatsje Naushki aankomen, komen er twee Russische agentes de trein in en nemen onze paspoorten mee naar de paspoort- en visacontrole. Dat is wel even eng, daar gaan ze met m’n paspoort.. Ook stapt er een klein gezet Aziatisch uitziend vrouwtje in, die bij mij in de coupé zit. Dat is wel een beetje jammer, ik had me verheugd op een lekkere soloreis zonder iemand anders in m’n hokje. Ze gaat direct organiseren en ze ruikt ook een beetje naar vis. Nou ja, we hoeven alleen maar de nacht, nu hopen dat ze niet snurkt.. De agentes komen de paspoorten terug brengen en ze controleren de trein uitvoerig, alles wordt open getrokken en met een zaklamp uitvoerig gecheckt. Zodra de trein, de bagage en de mensen goedgekeurd zijn, verlaten ze de trein weer. We moeten nog een uur wachten voordat we gaan. Ik ga nog wat rondlopen en besluit terug te gaan naar mn coupe. Helaas vind het vrouwtje het maar al te leuk dat ik bij haar in de coupe zit en ze begint in gebrekkig Engels tegen me te praten, als ik mn woordenboekje tevoorschijn haal is het hek helemaal van de dam. Ze schrijft haar email adres en skype adres in mn boekje. Ik ga er uiteraard niks mee doen, maar aardig van haar.
Er zitten ook twee Zweedse meiden in onze wagon die geen Mongools visum hebben en ze hopen deze aan de grens te kunnen kopen. We vertrekken richting Suhke Baatar, de Mongoolse grensplaats waar onze paspoorten en visa opnieuw bekeken en bestempeld worden. De Zweedse meiden krijgen hun visum voor 85 dollar en ze drinken er een biertje op die ze van de Engelsen krijgen. Ik ga lekker in mn bed, want het is ondertussen al half 1 en om 6.30 arriveren we in Ulaanbaatar (met een extra uur door de tijdzones gelukkig). Het is een onrustig nachtje en als de provodnitsa ons wakker maakt ben ik blij dat we er bijna zijn. De zon komt op boven de Mongoolse heuvels en het is prachtig. Als we Ulaanbaatar binnenrijden is het echter een ander gezicht. Een vieze rommelige stad in de middle of nowhere. Als ik uitstap is het koud, behoorlijk koud, maar gelukkig staat Ogi van het Golden Gobi hostel al te wachten met haar oranje bordje. Ze vertelt dat het gister zelfs sneeuwde en ik ben blij dat de zon nu door komt. Ik ben gearriveerd in Mongolië 🙂